Kinderen kunnen niet meteen vloeiend spreken, die ontwikkeling gaat geleidelijk.
Stotteren, niet-vloeiend praten, manifesteert zich vaak tussen het tweede en zevende jaar maar kan ook op latere leeftijd ontstaan.
We spreken van stotteren als klanken, lettergrepen of woorden worden herhaald, klanken worden verlengd of de spraak wordt geblokkeerd.
De oorzaak kan een zwakke aanleg voor timing van spraakbewegingen zijn. Deze zwakke aanleg kan erfelijk zijn.
Veel kinderen maken rond het derde levensjaar een periode door waarin er (tijdelijk) "gehakkeld" wordt. Dit noemen we fysiologisch stotteren.
Hoorbare kenmerken
- Herhalen van klanken, woorddelen of woorden
- Verlengen van klanken
- Blokkeren of vastzitten op een klank
- Het maken van bijgeluiden
- Gebruik van aanloopwoorden, stopwoorden en synoniemen
Zichtbare kenmerken
- Opvallende spanningen
- Bijbewegingen in het gezicht
- Meebewegen met handen of ledematen
Bijkomende verschijnselen
- Het vermijden van spreeksituaties
- Het vermijden van woorden en/of klanken
Twijfelt u of een kind stottert? Vraag advies aan een logopedist of stottertherapeut.
Voor de screeningslijst stotteren klik hier.